Ondernemerschap

Ondernemerschap

Ondernemerschap

Ondernemerschap wordt erkend als een cruciale motor voor economische ontwikkeling, maar de negatieve waarde en impact hiervan worden niet altijd benoemd of meegewogen. Er wordt te veel geleund op het creëren van aandeelhouderswaarde en te weinig geacteerd tegen de negatieve sociale en ecologische impact die ondernemerschapsactiviteiten hebben. Dit komt ook terug in het ondernemerschapsonderwijs, de Silicon Valley Unicorns ondernemingen worden nog steeds op een voetstuk gezet. 


Het ontbreekt vaak aan ethiek in het ondernemerschapsonderwijs, financiële gezondheid is essentieel voor organisaties om te kunnen voortbestaan, maar financiële waarde zou niet leidend moeten zijn. Men heeft het vaak over de zoektocht naar de problem-solution fit en daarna de product-market fit. Je lost een probleem op en in ruil daarvoor word je financieel beloond. Niets mis mee op het eerste oog, alleen zie je dan vaak dat de zoektocht wordt vormgegeven vanuit het perspectief van het maximaliseren van financiële waarde.


Dat zou anders moeten en zeker in het onderwijs. Er zijn genoeg maatschappelijke problemen in de wereld en ook heel dicht bij huis. Ongelijkheid, armoede, klimaatverandering, verlies van biodiversiteit etc. Dit zijn natuurlijk hele grote problemen, maar juist in het onderwijs kunnen we in een veilige omgeving nadenken en experimenteren hoe we een positieve bijdrage kunnen leveren aan deze uitdagingen. Immers in de “echte wereld” wordt van de overheid en van bedrijven verwacht dat men bijdraagt aan het oplossen van deze uitdagingen. Dus als we het hebben over een problem-solution fit, dan stellen wij voor studenten de grote uitdagingen van de wereld voor te schotelen. Out of the box denken over businessmodellen en financieringsvormen is precies de behoefte van de wereld op dit moment. Daarnaast zijn we ervan overtuigd dat ondernemerschapsvaardigheden onmisbaar zijn voor een duurzame en toekomstgerichte economie en maatschappij. Door studenten uit te rusten met essentiële vaardigheden zoals creativiteit, probleemoplossend vermogen, veerkracht en risicomanagement, kan de nieuwe generatie bouwen aan een toekomstbestendige economie.

Kortcyclische ontwikkelmethoden zoals Lean Startup, Design Thinking en actieonderzoek zijn effectieve manieren om deze vaardigheden van studenten te stimuleren. Daarnaast toont wetenschappelijk onderzoek aan dat ondernemerschapsvaardigheden het beste ontwikkeld worden door het te doen. We juichen daarmee de huidige onderwijsvormen toe alleen zou daar het accent moeten liggen op meervoudige waardecreatie. 

Ben je op zoek naar praktijkvoorbeelden en inspiratie van collega’s? O.a. op deze plekken en door deze mensen wordt hier in het hbo al invulling aan gegeven:

Brede Welvaart & Nieuw Ondernemerschap – AVANS

Sociaal Ondernemerschap – HvA

Future Proof Ondernemerschap – NHL Stenden


Het vakgebied Ondernemerschap

Ondernemerschap wordt gezien als een motor van economische ontwikkeling. Ondernemers richten nieuwe bedrijven op, creëren werkgelegenheid en dragen bij aan economische groei. Het onderwijzen van ondernemerschap aan alle lagen van het onderwijs is een manier om een cultuur van innovatie en het oprichten van bedrijven te bevorderen, wat een positieve invloed kan hebben op lokale en globale economieën. Ondernemerschap is ook cruciaal als we een kenniseconomie willen zijn, de toegevoegde waarden uit kennis halen of  het vermarkten van kennis vraagt om ondernemerschap. De vaardigheden die binnen het ondernemerschapsonderwijs worden aangeleerd, zoals creativiteit en probleemoplossend vermogen, zijn niet alleen waardevol voor het starten van een bedrijf, maar ook voor het aanpassingsvermogen van een individu of organisatie. 

Ondernemerschap is ook een vakgebied waar andere vakgebieden samenkomen, creativiteit, innovatie, management, financieel beheer, marketing en leiderschap zijn allemaal onderdelen die bij ondernemerschap horen.

Waarom het vakgebied en waar gaat de kern over?

Onderzoek naar ondernemerschap op universiteiten en andere kennisinstellingen is er om de verschillende aspecten, dynamieken en factoren die ondernemerschapsactiviteiten te begrijpen en te beïnvloeden.. Allereerst het economisch aspect; de wetenschap probeert de economische impact te kwantificeren en te begrijpen, vragen als wat is de economische toegevoegde waarde voor de lokale omgeving, voor de sector of voor het land? Kunnen we factoren identificeren die bijdragen aan het succes of falen van ondernemingen? Naast de verkenning van een organisatorische systematiek  vallen hier ook sociale aspecten zoals het gedrag, bereidheid om risico’s te nemen en het herkennen van kansen onder. Dit kan gaan over zowel het meso-niveau (de onderneming) als op het micro-niveau: de individuen de vorm van de ondernemer. Maar ook op macroniveau is onderzoek naar ondernemerschap van belang, dan heeft men het vaak over ecosystemen. Vragen die daar worden gebezigd zijn; hoe verhouden kennisinstellingen, overheidsinstellingen en de privésector zich tot elkaar en hoe kan men elkaar versterken? Dit zijn onderzoeken die bijdragen aan uitgangspunten van effectief beleid door de genoemde partijen.

De kern van Ondernemerschap

Er is geen officiële definitie van ondernemerschap, maar op basis van deze algemeen geaccepteerde elementen zou dit een definitie kunnen zijn: Ondernemerschap is het proces van het identificeren, evalueren en realiseren van kansen om nieuwe waarde (financiële, ecologische of sociale waarden) te creëren door het creëren van nieuwe goederen, diensten of organisaties.

Huidige invulling binnen het hbo onderwijs

In het HEO  wordt het vak ondernemerschap vaak zowel in kennis en praktijk onderwezen. Kennis in de vorm van een vak, module of zelfs een minor. De praktijk is vaak het starten van een student onderneming. Dit kan individueel alsook in groepsverband worden  gedaan. Dit kan fictief maar wordt steeds vaker in werkelijkheid gedaan, studentengroepen worden uitgedaagd om de verschillende facetten van het starten van een onderneming te doorlopen. Er worden webshops gemaakt waar producten worden ingekocht en weer doorverkocht. Diensten worden aangeboden en uitgevoerd. Studenten zetten kleine startups op in hele diverse sectoren, vaak refererend aan iets van voorkennis of interesse. Bijbanen, de thuissituatie of de opleiding zelf zijn vaak inspiratie voor ideeën voor de startup.(bron) Bij steeds meer opleidingen in het HBO kunnen studenten ook afstuderen in hun eigen startup.

Binnen alle HBO instellingen zijn er ondernemerschap centra die onderzoek doen en vaak een extracurriculair vak of een minor aanbieden. Daarnaast zijn deze centra ook het ecosysteem als het gaat om ondernemerschap door studenten. Zij hebben incubatorprogramma’s, contact met potentiële investeerders en hebben ook zicht op subsidies die er zijn voor studentondernemers.

De inhoud van het programma is vooral gebaseerd op de Lean Startup-theorie (2011), die voortkomt uit een combinatie van de Lean-Manufacturing theorieën, Design Thinking en Agile Development (IT). De Lean Startup theorie is ontwikkeld door Eric Ries, een internet ondernemer in Silicon Valley.  De theorie wordt uitgelegd aan de hand van eigen ervaringen en een aantal hele succesvolle internetondernemingen zoals Dropbox en Zappos. De aantrekkelijkheid van deze theorie zit hem in de eenvoud en de praktische toepasbaarheid (stappenplan) die eruit voortvloeit. Deze theorie staat niet op zichzelf, veel van de uitgangspunten komen uit het Boek The Startup Owner’s Manual van Steve Blank en Bob Dorf (2012). Daarin worden verschillende theorieën samengevoegd tot een uitgebreid stappenplan om een onderneming te starten. Zij starten met het begrip dat een startup niet een kleine versie is van een groot bedrijf, veel onderzoek en wetenschap is namelijk gebaseerd op het groot bedrijf. Het grote verschil is dat startups op zoek zijn naar een business model en dat gevestigde bedrijven al een business model hebben. Een ander verschil is dat gevestigde bedrijven met lange termijn plannen werken, terwijl langetermijnplannen bij startups niet werken. 

In beide boeken komt het belang van kortcyclische validatieprocessen duidelijk naar boven. Er wordt betoogd dat de probleemstelling waarvoor je een oplossing wil organiseren goed getest moet worden waarna je de mogelijke oplossingen moet testen. Het voornaamste doel is lering trekken uit de testen en daarmee een volgende test vormgeven tot je een zogenaamde problem-solution fit waarop vervolgens op dezelfde kortcyclische methode moet worden doorontwikkeld naar een product-market fit. De wetenschappelijke basis hiervoor is hypothese gestuurd experimenteren. Een andere theorie die we minder vaak terug zien in ondernemerschap programma’s in het HBO is de Effectuation theorie. Deze theorie is ontwikkeld door Saras Sarasvathy, een professor aan de Darden School of Business. Ze deed verschillende onderzoeken naar succesvolle ondernemers. Zij focust in haar onderzoeken dus veel meer op de persoon dan op de onderneming. Haar onderzoeken laten zien dat dit perspectief, waarbij bijvoorbeeld de ondernemers veel meer slim samenwerken, bootstrappen en kijken naar het maximale dat ze zouden kunnen verliezen in plaats van wat ze überhaupt zouden kunnen verdienen, een effectieve mindset is. In de paragraaf over concretisering van de nieuwe economie in het onderwijs komen we terug op deze theorie.

Hoe wordt de beroepspraktijk uitgedaagd door duurzaamheid?

In termen van milieu-impact stellen veel traditionele bedrijfsmodellen ondernemers voor de uitdaging om duurzame praktijken te ontwikkelen en toe te passen om de ecologische voetafdruk van hun bedrijf te minimaliseren (Hart, 2005). Hierbij dienen kwesties zoals uitputting van hulpbronnen, vervuiling en klimaatverandering aangepakt te worden (Aragon-Correa et al., 2008; Porter & Kramer, 2011).

Een bijkomende uitdaging is de schaarste van natuurlijke hulpbronnen waarmee ondernemers geconfronteerd kunnen worden (Andersén, 2021). Het nastreven van duurzaamheid in ondernemerschap vereist innovatieve benaderingen om hulpbronnen efficiënter te gebruiken, het verkennen van hernieuwbare alternatieven en de toepassing van circulaire economieprincipes om afval te verminderen (Ghisellini et al., 2015; Ellen MacArthur Foundation, 2012).

Duurzaamheid strekt zich ook uit tot sociale aspecten, waarbij ondernemers rekening moeten houden met de sociale impact van hun ondernemingen. Het handhaven van eerlijke arbeidspraktijken, het bevorderen van diversiteit en inclusie, en het aanpakken van sociale ongelijkheden vormen uitdagingen in deze context (Bansal & Song, 2017). Het vinden van een evenwicht tussen winstgeneratie en een positieve sociale impact is een voortdurende uitdaging (Porter & Kramer, 2011). Voor wereldwijd opererende bedrijven is het beheren van een duurzame toeleveringsketen bijzonder complex. Ondernemers moeten rekening houden met de ecologische en sociale impact van elke fase in hun toeleveringsketen, wat gepaard kan gaan met diverse regelgeving, culturele verschillen en logistieke uitdagingen (Delmas & Toffel, 2008; Zahra, 2021).

Met het groeiende bewustzijn van milieu- en sociale kwesties leggen overheden en regelgevende instanties strengere duurzaamheidsnormen op. Ondernemers moeten navigeren en voldoen aan evoluerende regelgeving, wat mogelijk extra investeringen en veranderingen in bedrijfspraktijken vereist (Bansal & Song, 2017; Delmas & Toffel, 2008). Een cruciale uitdaging voor ondernemers hierin is het effectief meten en rapporteren van hun ecologische en sociale impact. Dit omvat de ontwikkeling van meetmethoden, het opzetten van rapportagesystemen en transparante communicatie met belanghebbenden (Andersén, 2021).

Duurzame praktijken vereisen vaak investeringen op de lange termijn en een langetermijnperspectief, wat conflicteert met het systeem (norm) dat vaak de voorkeur geeft aan financiële resultaten op korte termijn (Bansal & Song, 2017). Het vinden van een balans tussen onmiddellijke financiële doelen en lange termijn duurzaamheidsoverwegingen is cruciaal (Hart, 2005). Innovatie en de implementatie van nieuwe technologieën zijn onderdeel van het omarmen van duurzame praktijken, maar ondernemers worden geconfronteerd met uitdagingen zoals kosten, risico’s en de noodzaak om hun personeel bij te scholen. Ondernemers kunnen obstakels tegenkomen bij de toegang tot financiering, zelfs met de groeiende interesse in duurzaam investeren. Steeds vaker is het aantonen van betrokkenheid bij milieu- en sociale verantwoordelijkheid een vereiste om duurzame financiering aan te trekken (Andersén, 2021; Delmas & Toffel, 2008). Tot slot vormen veranderende consumentenattitudes en -voorkeuren een voortdurende uitdaging voor ondernemers. Naarmate consumenten meer milieubewust en sociaal bewust worden, moeten ondernemers zich aanpassen aan deze verschuivende voorkeuren en hun betrokkenheid bij duurzaamheid communiceren (Andersén, 2021).

Verschillende visies op de toekomst van het vakgebied

Wetenschappers hebben het belang benadrukt van innovatie door het stimuleren van ondernemerschap bij het ontwikkelen van nieuwe producten, diensten en bedrijfsmodellen die waarde kunnen creëren voor de maatschappij. Nieuwe technologieën, zoals kunstmatige intelligentie en blockchain, zullen naar verwachting innovatie verder versnellen en nieuwe kansen creëren voor ondernemers (Aghion & Howitt, 2009).

De wereld raakt steeds meer met elkaar verbonden en bedrijven opereren meer dan ooit over de grenzen heen. Verwacht wordt dat deze trend van globalisering zich in de toekomst zal voortzetten en nieuwe kansen zal creëren voor ondernemers om wereldwijde markten te bereiken en een grotere pool van talent en middelen aan te boren. Maar er zijn ook uitdagingen in samenwerking (Adner, 2017) door de complexiteit die globalisering aan het worden is en door de sociale en milieu-uitdagingen waarmee de wereld wordt geconfronteerd. Bedrijven worden in toenemende mate verantwoordelijk gehouden voor hun sociale en milieu-impact, en ondernemers erkennen de mogelijkheid om bedrijven te creëren die een positief verschil maken in de wereld. Porter en Kramer (2011) hebben gepleit voor het creëren van gedeelde waard (creating shared value), wat het idee is dat bedrijven de spreekwoordelijke taart groter kunnen maken (in plaats van de taart iets eerlijk verdelen = fair trade) voor alle stakeholders door te investeren in de sociale en ecologische verbeteringen in de keten. 

Hoewel overheden een centrale rol spelen bij het formuleren en handhaven van regelgeving, onderhouden bedrijven vaak een nauwere band met de gemeenschappen waarin ze actief zijn en de natuurlijke hulpbronnen die ze gebruiken. Deze nauwe band biedt bedrijven een unieke kans om zowel lokale als mondiale uitdagingen te herkennen en aan te pakken, waaronder kwesties als armoede, onderwijs en milieuverontreiniging. Bovendien beschikken bedrijven over de flexibiliteit en wendbaarheid die nodig zijn om snel te reageren op opkomende problemen en innovatieve oplossingen te implementeren. Deze veranderende dynamiek stelt ondernemers voor uitdagingen en biedt kansen, maar kan ook nieuwe bedrijven voortbrengen die een positieve impact kunnen hebben op de wereld (Braganza & Kim, 2023).Aan de ene kant hebben ondernemers nu te maken met een complexere en meer onderling verbonden wereld, waarin traditionele economische maatstaven zoals het BBP (Bruto Binnenlands Product) onvoldoende blijken te zijn om het algehele welzijn te meten (Daly, 2005). In plaats daarvan is er een groeiende vraag naar maatstaven die sociale en milieufactoren omvatten, zoals de Human Development Index (HDI) en de National Footprint Accounts van het Global Footprint Network. Deze verschuiving naar holistische beoordelingen van economisch succes betekent dat ondernemers nu rekening moeten houden met de bredere impact van hun ondernemingen, naast alleen financiële winsten (Porter & Kramer, 2011). Ze moeten rekening houden met de sociale en milieugevolgen van hun bedrijfsmodellen en ervoor zorgen dat hun activiteiten bestaande ongelijkheden niet verergeren of bijdragen aan de achteruitgang van het milieu (McDonough & Braungart, 2002; Porter & Kramer, 2006).

Aan de andere kant biedt het huidige economische landschap ondernemers ook nieuwe kansen om urgente sociale en milieuproblemen aan te pakken (Zahra et al., 2011). De opkomst van bewust consumeren, waarbij consumenten steeds meer op zoek gaan naar producten en diensten die aansluiten bij hun waarden (Vitell et al., 2014), opent een markt voor sociaal en ecologisch verantwoorde bedrijven. Bovendien trekt de groeiende aandacht voor duurzaamheid en ethische praktijken investeerders aan die hun investeringen willen afstemmen op hun sociale en milieudoelstellingen (Renneboog et al., 2008). Deze trend creëert een ondersteunend ecosysteem voor ondernemers die zich inzetten voor een duurzamere en rechtvaardigere wereld (Zahra et al., 2011).

Als gevolg hiervan staan ondernemers nu voor de uitdaging om een evenwicht te vinden tussen hun traditionele economische doelstellingen en de noodzaak om te werken op een manier die sociaal en ecologisch verantwoord is (Sharma et al., 2003). Dit vereist een mentaliteitsverandering, van een puur op winst gerichte benadering naar een benadering die rekening houdt met de bredere impact van hun bedrijven (Hart, 1995; Porter & Kramer, 2006).

Door dit nieuwe economische paradigma te omarmen, kunnen ondernemers niet alleen bijdragen aan de verbetering van de maatschappij en de planeet, maar ook een groeiende markt aanboren voor duurzame en ethische producten en diensten. Door dit te doen, kunnen ze hun bedrijven positioneren voor succes op de lange termijn en bijdragen aan een rechtvaardigere toekomst (Hart, 1995).

En wat vraagt dit van het onderwijs?

Om aspirant-ondernemers voor te bereiden op het dynamische en uitdagende landschap van de toekomst, moet ondernemerschapsonderwijs zich richten op het koesteren van een veerkrachtige en aanpasbare ondernemersgeest. Dit houdt in dat je uitdagingen en tegenslagen omarmt en voortdurend leert om door het steeds veranderende ondernemingsklimaat te navigeren. Door studenten uit te rusten met de vaardigheden en kennis om gebruik te maken van opkomende technologieën zoals kunstmatige intelligentie, blockchain en data-analyse kunnen ze innovatie stimuleren en geavanceerde bedrijven creëren. Nu bedrijven steeds meer globaliseren, moet onderwijs in ondernemerschap de nadruk leggen op intercultureel begrip en aanpassingsvermogen, zodat ondernemers in staat worden gesteld om zich een weg te banen door diverse markten en effectief samen te werken met internationale partners.

Het stimuleren van een cultuur van samenwerking en netwerken is cruciaal voor ondernemers om de expertise en middelen van anderen te benutten om complexe problemen op te lossen en duurzame ondernemingen op te bouwen. Daarnaast moet ondernemerschapsonderwijs een mentaliteit bijbrengen die de nadruk legt op het creëren van verantwoordelijke bedrijven die streven naar een positieve impact op de maatschappij en het milieu. Door studenten te onderwijzen in ethische bedrijfspraktijken, maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzame bedrijfsmodellen kunnen ze ervoor zorgen dat hun ondernemingen bijdragen aan een betere wereld en tegelijkertijd winst genereren.

Concretisering met betrekking tot de nieuwe economie

Het huidige aanbod in het ondernemerschapsonderwijs moet zich allereerst meer gaan richten op de ondernemende mindset. Dit  is de voortdurende zoektocht naar innovatie, gecombineerd met proactiviteit, flexibiliteit en leergierigheid. Deze mindset stimuleert creatief denken, het nemen van verantwoordelijkheid, en het doorzetten totdat doelen behaald worden. Deze mindset vraagt onderwijs voor en door ondernemerschap (Baggen et al. 2018). Dit betekent dat studenten het beste een ondernemende mindset leren door ze echt te laten ondernemen. 

Een ondernemende mentaliteit is cruciaal voor het aanpakken duurzaamheid uitdagingen omdat het  ervoor zorgt dat men uitdagingen ook als kansen ziet, deze kansen kan identificeren, evalueren en kan pakken. Veerkracht, weerbaarheid en het nemen van berekende risico’s horen bij de proactieve houding die nodig zijn om de status quo uit te dagen. Bernhard Kowatsch vertelt hierover in zijn TED talk genaamd “The Mindset Shift Needed to Tackle Big Global Challenges”.

figuur 1: Entrecomp raamwerk

Het Europees raamwerk (Entrecomp) voor ondernemerschapsonderwijs is erg bruikbaar als om ondernemerschap meer als mindset in het onderwijs te krijgen. Het EntreComp raamwerk gaat verder dan alleen leren hoe je een bedrijf start. Het is gericht op het bevorderen van een holistische denkwijze en vaardigheden die mensen in staat stelt om op creatieve wijze kansen te identificeren en te grijpen, middelen effectief te beheren, weloverwogen risico’s te nemen en te leren van ervaringen.  Deze allesomvattende aanpak stelt individuen in staat om waarde te creëren, of ze nu ondernemer worden, innovator binnen bestaande organisaties of een actieve bijdrage leveren aan hun gemeenschap (Bacigalupo et al. 2016). Zie het raamwerk in visuele weergave in figuur 1.

Het EntreComp raamwerk richt zich op het cultiveren van een uitgebreide set competenties op drie belangrijke gebieden: “Ideeën en kansen”, “Middelen” en “In actie komen”. Ten eerste benadrukt het raamwerk het belang van het ontwikkelen van creativiteit om nieuwe mogelijkheden te genereren, kansen te zien door behoeften of hiaten in de maatschappij te identificeren en de visie te hebben om een overtuigend toekomst doel te creëren. Ten tweede wordt de nadruk gelegd op het opbouwen van zelfbewustzijn en self-efficacy – het geloof in iemands vermogen om te slagen. Motivatie en doorzettingsvermogen zijn cruciaal om doelen na te streven en obstakels te overwinnen. Daarnaast is het voor een ondernemende houding belangrijk om te leren hoe je middelen kunt mobiliseren (zoals mensen, kennis, financiën en technologie) en om financiële en economische basisconcepten te begrijpen voor het nemen van weloverwogen beslissingen. Tot slot benadrukt het gebied “Into Action” het belang van initiatief nemen om ideeën om te zetten in realiteit, het plannen en beheren van projecten en het omgaan met onzekerheid, ambiguïteit en risico. Effectief samenwerken, verschillende meningen waarderen en leren van successen en mislukkingen zijn ook essentiële vaardigheden voor ondernemers.

De Effectuation theorie die al eerder genoemd werd is hier een mooie aanvulling om het accent nog wat meer op de mindset te richten. De effectuation theorie draait het script van de traditionele bedrijfsplanning om. In plaats van te starten met een gewenst resultaat en een gedetailleerd plan te schetsen om dit te bereiken, richt effectuation zich op de bestaande middelen van de ondernemer.  Dit omvat hun vaardigheden, kennis en netwerk van contacten (wie ze zijn, wat ze weten en wie ze kennen). Door gebruik te maken van deze bestaande middelen, kunnen ondernemers beginnen met experimenteren en het testen van hun ideeën, waarbij ze hun aanpak aanpassen terwijl ze leren en nieuwe informatie verzamelen.  Dit bevordert een meer flexibele en aanpasbare aanpak om te navigeren door de inherente onzekerheid van het lanceren van een nieuwe onderneming. Effectuation benadrukt “betaalbare verlies”-experimenten, wat betekent dat ondernemers hun ideeën op kleine, low-risk manieren testen om te zien wat aanslaat bij potentiële klanten en medewerkers. Hierdoor kunnen ze leren van mislukkingen en tegenslagen en deze zien als waardevolle leerervaringen in plaats van wegversperringen.  

Naast de nadruk op de ondernemende mindset moet het huidige aanbod worden aangevuld door het niet economisch gewin centraal te stellen maar ook sociale en ecologische winsten of verliezen. Studenten moeten worden aangeleerd dat de huidige maatschappelijke uitdagingen direct gerelateerd zijn aan de dingen die wij en dus ook onze ondernemingen doen. Hoe zien die afhankelijkheden eruit? Wat draagt een bedrijf bij? Wellicht is de negatieve impact van een bedrijf verwaarloosbaar, maar wat is de impact van die specifieke sector? En hoe kan die specifieke sector veranderen als er geen nieuwe ondernemingen ontstaan die voordoen hoe het anders kan. 

Studenten laten nadenken en analyseren wat de mogelijke sociale en ecologische winsten of verliezen zijn, is het minimale wat studenten mee zouden moeten krijgen, wat men zou kunnen samenvatten als duurzaam ondernemerschap. Hieronder verdere schets en specificering van het concreet maken van ondernemerschap in de nieuwe economie.

Sociaal, duurzaam en impact gericht ondernemerschap worden als termen door elkaar gebruikt en hebben allemaal een vergelijkbare doelstelling: een positieve impact creëren op de maatschappij en het milieu. In de wetenschap zijn er echter enkele verschillen tussen de drie benaderingen.

Sociaal ondernemerschap

Sociaal ondernemerschap is gericht op het oplossen van sociale problemen, zoals armoede, ongelijkheid of discriminatie. Sociale ondernemers creëren bedrijven die winst genereren om hun sociale missie te ondersteunen, maar ze worden ook gedreven door de wens om een positieve impact te hebben op de maatschappij.

Duurzaam ondernemerschap

Duurzaam ondernemerschap (MVO) is gericht op het werken op een manier die milieuvriendelijk en sociaal verantwoord is. Duurzame ondernemers creëren bedrijven die hun impact op het milieu minimaliseren en bijdragen aan sociale vooruitgang.

Impact ondernemerschap

Impact ondernemerschap is een bredere term die zowel sociaal als duurzaam ondernemerschap omvat. Impactondernemers creëren bedrijven die een positieve impact hebben op de maatschappij en het milieu, en hun bedrijven kunnen winst genereren, maar dit is niet altijd het primaire doel.

Hier is een tabel die de belangrijkste verschillen tussen de drie benaderingen samenvat:

Sociaal OndernemerschapDuurzaam OndernemerschapImpact Ondernemerschap
Primaire focusSociale problemenMilieu- en sociale verantwoordelijkheidMaatschappelijke en/of ecologische problemen
Omzet generatieWinsten ter ondersteuning van sociale missieFinanciële doelstelling Winst kan worden gegenereerd, maar dit is niet altijd het primaire doel
Drijvende krachtEen positieve impact willen hebben op de samenlevingMinimaliseren van negatieve impactEen positieve impact op samenleving en/of milieu
tabel 1: samenvatting drie benaderingen van ondernemerschap

Duurzaam ondernemerschap is ook toepasbaar op gevestigde bedrijven die zich inzetten voor het minimaliseren van hun impact op het milieu en de sociale omgeving. De drijvende krachten hierachter kunnen zijn: intrinsieke motivatie, kansen in de markt, overheidsbeleid, of een combinatie van deze factoren. Circulair ondernemen en post-growth ondernemerschap worden ook genoemd in de wetenschap. Waarvan de eerste zich richt op het creëren van gesloten kringloopsysteem waarbij afval wordt geminimaliseerd en hergebruik van hulpbronnen wordt gemaximaliseerd. Post Growth Entrepreneurship (PGE) is een filosofie en bedrijfsmodel dat de traditionele focus op eindeloze groei, schaalvergroting en door investeerders gedreven exits verwerpt. In plaats daarvan geven PGE-bedrijven de voorkeur aan een doel boven winst, met als doel het creëren van een positieve impact op de maatschappij en het milieu. Ze omarmen stabiliteit (geen groei, flat growth curve) en opereren op een schaal die hen in staat stelt zelfvoorzienend te zijn terwijl ze de gewenste impact bereiken. PGE vermijdt vaak externe investeerders, zodat het bedrijf zich kan richten op zijn missie en waarden in plaats van op de druk om hoge rendementen te behalen. Om de duurzaamheid op lange termijn en de afstemming op de missie te garanderen, maken ze vaak gebruik van alternatieve bedrijfsmodellen zoals stichtingen of steward ownership.  Uiteindelijk ziet PGE ondernemerschap als een instrument voor activisme, waardoor bedrijven positieve verandering kunnen stimuleren en belangrijke zaken kunnen aanpakken. Er zijn ook video’s die gaan over het post-growth gedachtegoed. Zo is er een filmpje dat post-growth ondernemerschap goed uitlegt en een TED talk van Melanie Rieback waarin ze vertelt over waarom we het startup business model moeten hervormen.

Allen kunnen geschaard worden onder het macro-adagium van de Donut Economie: het streven naar een maatschappij die zich boven de sociale ondergrenzen bevindt en binnen de ecologische buitengrenzen. Dit vertaalt zich op meso-niveau naar de volle verantwoordelijkheid nemen als onderneming voor de juiste balans tussen economisch gewin, sociaal en ecologisch impact. De twee uitgangspunten voor ondernemerschap zijn daarbij het minimaliseren van negatieve impact en het maximaliseren van positieve impact.

Lees verder

Verder verdiepen?

  • Ontmoet collega’s die ook aan de slag willen
  • Stel je vragen en ga in gesprek
  • Leer samen met anderen nieuwe (manieren voor) economieonderwijs