Persoon: Ik & de Wereld
“Ik dacht altijd: waarom doet niet iemand daar wat aan? Tot ik me realiseerde… dat ik iemand was” – Lilly Tomlin
Dit hoofdstuk in het kort
Klik hier voor de korte versie
In dit hoofdstuk behandelen we de ontwikkeling van intra- en interpersoonlijke vaardigheden als strategische bouwstenen voor professionele en maatschappelijke impact. Deze vaardigheden, zoals besproken in hoofdstuk Ik en hoofdstuk Ik & de Ander, zijn niet alleen waardevol voor studenten zelf, maar ook voor organisaties waar zij in de toekomst zullen werken, en voor de bredere samenleving. Ook het onderwijs profiteert van aandacht voor deze vaardigheden, aangezien dit de motivatie en het welzijn van studenten kan bevorderen (Hudig, 2023).
Deze vaardigheden vormen echter ook een fundamentele basis voor het ontwikkelen van een bredere relatie tot de wereld. Voor de dimensie ‘verhouding tot de wereld’ is het essentieel dat deze voortbouwt op de intra- en interpersoonlijke vaardigheden. Terwijl deze vaardigheden geïsoleerd kunnen worden aangeleerd, geldt dat de bredere dimensie van ‘verhouding tot de wereld’ hiervan afhankelijk is. Dit sluit aan bij de bevindingen van prof. Ginie Servant Miklos, die in haar Experimental Pedagogics Framework een discrepantie vaststelt tussen de traditionele Nederlandse onderwijspedagogiek en het adresseren van grote maatschappelijke uitdagingen. Vaak worden deze uitdagingen vermeden of direct en abrupt gepresenteerd, wat kan leiden tot weerstand of vermijding bij studenten. Dit onderstreept het belang van een holistische benadering waarin de persoonlijke en interpersoonlijke ontwikkeling centraal staat.
Het is theoretisch mogelijk om intra- en interpersoonlijke vaardigheden los te behandelen van de bredere context, maar voor het effectief ontwikkelen van een wereldgerichte mindset is de integratie van deze aspecten essentieel. Dit concept wordt verder verduidelijkt door het model van de Donuteconomie van Kate Raworth, waarin wordt gesteld dat economische activiteiten binnen ecologische en sociale grenzen moeten blijven. De Donuteconomie is verder geëvolueerd, met nu ook op individueel niveau via de “microdonut” van dr. Angela Stoof.
De microdonut biedt inzicht in hoe individuen hun speelruimte voor positief handelen kunnen vergroten. Deze speelruimte wordt bepaald door twee kerncompetenties: systeem-intelligentie en emotionele intelligentie. Systeemintelligentie, zoals verder uitgewerkt in hoofdstuk Systeemdenken en hoofdstuk Transities, betreft het vermogen om analytisch te kijken naar onderliggende systemen en maatschappelijke en duurzaamheidstransities. Emotionele intelligentie, zoals behandeld in hoofdstuk Ik, gaat over het effectief omgaan met emoties die voortkomen uit informatie over wereldwijde uitdagingen.
Binnen deze grenzen kunnen individuen op een doelgerichte en optimistische manier opereren, wat hen in staat stelt om als unieke professionals, en in interactie met anderen, een betekenisvol verschil te maken in een dynamische en veranderende wereld. Studenten worden aangemoedigd zichzelf drie fundamentele vragen te stellen: “Wat is er aan de hand?”, “Wat doet dit met mij?”, en “Op welke manier wil ik handelen?”. Om dit proces te ondersteunen, ontwikkelde docentonderzoeker Ine Mols van Avans Hogeschool een praktische gids met oefeningen voor docenten.
Het hoofdstuk gaat verder in op Interpersonal Development Goals (IDG’s) 2 en 5, die respectievelijk ’thinking’ en ‘acting’ behandelen. IDG 2 focust op de ontwikkeling van cognitieve vaardigheden, waaronder kritisch denken, het integreren van diverse perspectieven en het navigeren van complexe systemen. We bieden oefeningen zoals ‘Navigating Uncertainty’ en ‘Socio-Spatial Mapping’ om deze vaardigheden te versterken en te vertalen naar praktijkgerichte toepassingen.
IDG 5 richt zich op de ontwikkeling van proactieve eigenschappen zoals moed, creativiteit, optimisme en doorzettingsvermogen. Deze competenties stellen studenten in staat om innovatieve oplossingen te bedenken, een positieve mindset te behouden en veerkrachtig te blijven bij tegenslagen. Praktische oefeningen zoals ‘Brainstorming with Eureka’ en ‘Positive Reframing’ ondersteunen deze ontwikkeling en bereiden studenten voor op het omgaan met complexiteit en onzekerheid.
Wil je meteen aan de slag? Kijk dan eens naar de Transition makers Toolbox. Deze biedt per IDG concrete leeruitkomsten en oefeningen om met je studenten te doen. Oefeningen voor IDG 2 en 5 vind je hier (thinking) en hier (acting). Verder ontwikkelden docentonderzoekers Ine Mols en Franceina van Zalk prachtige toolboxen die je hier kunt vinden.
Ben je op zoek naar praktijkvoorbeelden en inspiratie? Kijk dan eens deze video over hoe ze hier bij Saxion vorm aan geven.
Minor Take Back the Economy – Avans
Minor Wereldburgerscha – Hogeschool Rotterdam
Bachelor Global Project & Change Management – Windesheim
Wat
Dit hoofdstuk bespreekt het belang van vaardigheden waarmee studenten zich als individuen leren verhouden tot de wereld. Vanuit het Donutmodel en de Inner Development Goals (IDG’s) worden handvatten geboden om deze vaardigheden te ontwikkelen. De focus ligt op het leren denken en handelen vanuit maatschappelijke betrokkenheid, waarbij thema’s als kritisch denken, perspectief nemen, langetermijnoriëntatie, optimisme en doorzettingsvermogen centraal staan.
Waarom
Deze vaardigheden zijn essentieel omdat ze studenten helpen hun persoonlijke doelen af te stemmen op maatschappelijke behoeften. Door hun rol en impact binnen bredere, complexe systemen te begrijpen, kunnen studenten een betekenisvolle bijdrage leveren aan een duurzame toekomst. Daarnaast versterkt het hen om bewuste, hoopvolle keuzes te maken, zelfs bij grote maatschappelijke uitdagingen
Inleiding
In dit derde hoofdstuk binnen Persoon wordt de reis beschreven die studenten maken in de ontwikkeling van zelfinzicht en interactievaardigheden naar een dieper begrip van hun rol in de wereld. Waar eerdere hoofdstukken de focus legden op intra- en interpersoonlijke vaardigheden, gaat het nu om de bredere verbinding met maatschappelijke uitdagingen en een duurzaam toekomstperspectief. Deze overgang vraagt om meer dan enkel theoretische kennis; er is ook ruimte nodig voor persoonlijke reflectie, creativiteit en emotionele intelligentie. Aan de hand van het Donutmodel van Kate Raworth en persoonlijke toepassingen van Dr. Angela Stoof, wordt uitgelegd hoe studenten zich kunnen verhouden tot de wereld om hen heen en een positieve impact kunnen maken.
Van ik, via de ander, naar de wereld
De in hoofdstukken Ik en Ik & de Ander besproken intra- en interpersoonlijke vaardigheden hebben op zichzelf waarde. Voor studenten zelf, voor de organisaties waar zij in komen te werken en voor de maatschappij. En ook het onderwijs heeft er baat bij: aandacht voor deze aspecten kunnen motivatie en welzijn bevorderen (Hudig, 2023).
Daarnaast zijn ze een opstap naar het laatste aspect van de persoonsdimensie die in dit hoofdstuk centraal staat: de verhouding tot de wereld. Zoals figuur 4 en de titels van de hoofdstukken laten zien, bouwen de hoofdstukken in dit onderdeel van het referentiekader op elkaar voort.
En zeker voor dit laatste aspect is het belangrijk te benadrukken dat dit volgt op de eerdere aspecten. Waar je intra- en interpersoonlijke vaardigheden zou kunnen behandelen zonder iets met “de wereld” te doen, is dat andersom niet aan te raden. Prof. Ginie Servant Miklos deed onderzoek naar duurzaamheidseducatie en ontwikkelde op basis hiervan een Experimental Pedagogics Framework. In haar onderzoek kwam ze tot de conclusie dat er een groot gat zit tussen de traditionele focus van de onderwijspedagogiek in Nederland (gebaseerd op cognitieve psychologie, oftewel “hoe we leren”) en het bespreken van de grote maatschappelijke uitdagingen van onze tijd. Vaak wordt dit onderwerp vermeden óf er wordt direct met de vele crises gestrooid. Maar beiden werken niet goed, zoals ook figuur 2 over transformatief leren laat zien. Het zorgt ervoor dat studenten in verschillende weerstand- of copingsmechanismen schieten. Hiervoor is bredere aandacht voor de student als persoon en de inzicht in, en vaardigheden voor, interactie met anderen van cruciaal belang.
Oftewel: je zou in theorie iets kunnen doen met 3.1 “Ik” en 3.2 “Ik & de Ander” zonder de aspecten van dit hoofdstuk aan te raken. Maar als je iets wil met “Ik & de Wereld” kunnen de aspecten uit de eerdere twee hoofdstukken eigenlijk niet ontbreken.
Hoe “Ik & de Wereld” voortbouwt op “Ik” en “Ik & de Ander” kunnen we het best illustreren aan de hand van donuts.
Driedubbele donut
Je hebt er vast wel eens van gehoord, de Donuteconomie van Kate Raworth. De boodschap van dit model: onze economische activiteiten moeten plaatsvinden binnen de ecologische grenzen van de planeet en boven het sociale fundament dat de mensheid nodig heeft om te kunnen floreren.
Inmiddels ontwikkelen de donuts zich steeds verder. Bijvoorbeeld naar het organisatieniveau. De “doughnut for business” geeft inzicht in de factoren die organisaties kunnen helpen of juist hinderen in het bijdragen aan duurzaamheid. Meer hierover vind je in hoofdstuk Holistische Organisatie.
En nu is er ook een donut op het persoonlijke niveau, ontwikkeld door dr. Angela Stoof. Je vindt deze in figuur 5 hieronder. Een uitgebreide uitleg vind je in haar boek Perspectief (een aanrader! hier vind je een inkijkexemplaar). Ook vind je op de bijbehorende website de afbeelding van dit model en de overige modellen die ze in haar boek bespreekt. Mits de bron wordt vermeld zijn deze gratis te gebruiken in het onderwijs.
“Ik” “De wereld”
Waar de grenzen van Raworth’s systeemdonut vaststaan, is dat niet het geval bij Stoof’s persoonlijke donut. De keuzeruimte voor hoopvol handelen kunnen we zelf vergroten. En dat op zich is al hoopvol!
De grenzen van deze donut bestaan namelijk uit twee vaardigheden die we kunnen ontwikkelen: systeemintelligentie en emotionele intelligentie. Systeemintelligentie is het vermogen om analytisch te leren kijken naar de oude systemen die ten grondslag liggen aan de grote maatschappelijke transities van onze tijd (Stoof, 2024:30). Meer hierover vind je in de hoofdstukken Systeemdenken en Transities.
Emotionele intelligentie is de vaardigheid om wijs te leren omgaan met de diverse emoties die in onszelf worden opgeroepen als logische reactie op pijnlijke informatie en gebeurtenissen in de wereld om ons heen (Stoof, 2024: 30). Meer hierover vind je in ons hoofdstuk “Ik”, meer specifiek in het aspect “zelfbewustzijn” van IDG 1 “Being”.
Buiten deze grenzen zijn we een speelbal van onze emoties en van de chaos waarmee een veranderende wereld gepaard kan gaan (Stoof, 2024:30). Binnen deze grenzen bevindt zich de sweet spot waarin mensen hoopvol kunnen handelen. Dat betekent dat we een verschil kunnen maken in een wereld vol verandering, als uniek individu, te midden van anderen.
In deze ruimte kunnen we tot weloverwogen keuzes komen. Door te onderzoeken, overwegen, onszelf beter te leren kennen als uniek individu, onze wijsheid aan te boren en onze plek te ontdekken te midden van anderen (Stoof, 2024:30).
Van hieruit kunnen we onszelf de volgende vragen stellen en hier een eigen antwoord op formuleren:
- Wat is er aan de hand?
- Wat doet dit met mij?
- Op welke manier wil ik handelen?
In de rest van dit hoofdstuk gaan we aan de hand van IDG 2 “thinking” en 5 “acting” in op de aspecten die hiervoor nodig zijn. In onderstaande tabellen vind je bijpassende oefeningen en leeruitkomsten. We sluiten het hoofdstuk af met tools, best practices en experts uit het hbo economieonderwijs die hier elk op eigen wijze invulling aan geven in hun lessen.
Intra-, inter- en ? … De koppeling met de IDG’s
Het “verhouden tot de wereld” – het onderwerp dat in dit laatste hoofdstuk centraal staat – is voor het onderwijs een relatief nieuw concept. Hoewel over het onderwerp in den brede natuurlijk al sinds mensenheugenis over nagedacht wordt door allerhande filosofen, sociologen, antropologen, is het relatief nieuw in de pedagogische context.
Het boek “Wereldgericht onderwijs” van Gert Biesta doet hier een verkenning voor. In de documentaire Mag ik jou iets vragen? van Kees Klomp vertelt Biesta hierover. De film is sowieso een aanrader omdat het vele voorbeelden van voorlopers binnen het hbo economieonderwijs laat zien.
Biesta laat in zijn boek zien dat het Nederlandse onderwijs vooral gericht is op kwalificatie (het klaarstomen voor de arbeidsmarkt) en socialisatie (het inwijden in sociaal-maatschappelijke systemen) maar weinig oog heeft voor subjectificatie. Dit laatste begrip vat hij samen als “het als een zelf in de wereld verschijnen, niet als object van krachten van buitenaf maar als subject van het eigen leven”. In de voorbeelden van subjectificatie die hij noemt, toont hij telkens het cruciale belang van de Ander en de Wereld hierin. Oftewel: een “zelf” worden kan je niet alleen. Ook hierin zie je dus de onlosmakelijke verbondenheid van deze drie aspecten van deze persoonlijke dimensie van onderwijs.
Waar Wereldgericht onderwijs een filosofische en pedagogische verkenning is, hebben wij nog geen kennis van wetenschappelijke raamwerken die puur hierop gericht zijn. De IDG’s zelf komen het meest in de buurt.
Het wereldgerichte vormt namelijk de kern van de IDG’s. Met het credo “inner growth for outer change” zetten zij expliciet een innerlijke dimensie naast de ‘uiterlijke’ doelen die de SDG’s vormen. De IDG’s hebben vanwege hun verwantschap met de SDG’s dus van nature een sterke koppeling met ‘de wereld’.
Daarom vormen ook voor dit hoofdstuk de IDG’s de inhoudelijke leidraad.
IDG 2: Thinking
De omschrijving van IDG 2 “Thinking” luidt:
Ook het ontwikkelen van cognitieve vaardigheden, zoals het openstaan voor verschillende perspectieven, de waarde van informatie kunnen wegen en de wereld te kunnen zien als een verbonden geheel, is essentieel voor doordachte besluitvorming.
Vervolgens wordt in het IDG framework de term Thinking gesplitst in vijf onderdelen: Kritisch denken, Complexiteitsbewustzijn, Perspectief vaardigheden, Betekenis geven en Langetermijn oriëntatie en toekomstvisies. Elk hiervan wordt in de onderstaande tabel verder gedefinieerd, aangevuld met concrete oefeningen en tools en mogelijke leeruitkomsten.
Neem bijvoorbeeld de oefening Socio-spatial mapping onder het kopje Perspectief vaardigheden. In deze oefening analyseren studenten een openbare ruimte door observatie en gesprekken met gebruikers, waarna ze hun bevindingen verwerken in een gelaagde kaart. De docent selecteert vooraf een locatie en formuleert een centrale uitdaging, zoals “Hoe kunnen we deze plek verbeteren voor gebruikers?”. Studenten worden in teams van vier ingedeeld, waarbij de ene helft observeert en de andere gesprekken voert. Elk team krijgt een specifiek onderwerp toegewezen, zoals zitmogelijkheden of groenvoorzieningen, en de benodigde materialen om data te verzamelen. Het doel is dat studenten de ruimte verkennen, gegevens verzamelen en contact maken met mensen ter plaatse.
Na een korte desk researchfase over de geschiedenis en functies van de locatie, gaan de teams op locatiebezoek. Observatieparen markeren gegevens over hun onderwerp op een transparante laag boven de kaart, terwijl de gesprekspartners feedback van gebruikers noteren. Vervolgens worden de observaties en gesprekken samengebracht, zodat overeenkomsten en verschillen besproken kunnen worden. Teams presenteren hun gecombineerde inzichten via korte presentaties of een posteropstelling. Zo ontstaat een integraal beeld van de ruimte, de gebruikerservaringen en mogelijke verbeteringen.
Aspecten, definities en oefeningen IDG 2 “Thinking” | |||
Aspect | Definitie | Oefeningen en tools | Leeruitkomsten |
Algemeen IDG toolkit | |||
Kritisch denken | Skills in het kritisch nadenken over de waarde(n) van standpunten, onderbouwingen en plannen. | Navigating uncertainty | De student kan kritisch denken toepassen als een gestructureerde manier van besluitvorming bij complexe problemen. |
Complexiteitsbewustzijn | Een besef van complexiteit en skills om te werken met complexe systemische omstandigheden en gevolgen. | Conscious Consumption QuestThe 4E ModelZie hoofdstuk 1.1 voor de casus die we i.s.m. Rob Lubberink ontwikkeldenThe Iceberg Model | De student heeft het bewustzijn vergroot van de systemische complexiteit en impact van mondiale toeleveringsketens. De student is in staat complexe systemische omstandigheden en causaliteiten te verkennen, te betrekken, uit te werken en te evalueren. |
Perspectief vaardigheden | Skills in het zoeken naar, begrijpen van en bewust gebruik maken van verschillende inzichten en uiteenlopende perspectieven. | Socio-Spatial MappingExperiencing InterdisciplinarityShared Problem Definition | De student kan observaties en gesprekken combineren om een plaats te onderzoeken en een geïntegreerde kaart te creëren die verschillende perspectieven op een lokale omgeving omvat. De student is in staat inzichten vanuit diverse perspectieven te integreren. |
Betekenis geven | Patronen herkennen, het onbekende structuur kunnen geven en op basis hiervan betekenisvolle verhalen creëren. | Creating New Metaphors | De student kan een reeks metaforen genereren en gebruiken om complexe kwesties te begrijpen. |
Langetermijn oriëntatie en toekomstvisies | Je kunnen oriënteren op de lange termijn, toekomstvisies op het grote geheel formuleren en je daar langdurig voor inzetten. | Future Folktales | De student is in staat een langetermijngerichte visie op een wenselijke toekomst te formuleren. |
IDG 5: Acting
De omschrijving van IDG 5 ‘Acting’ luidt:
Eigenschappen zoals moed en optimisme helpen ons om regie over ons leven te krijgen, oude patronen te doorbreken, originele ideeën te bedenken en door te zetten in onzekere tijden.
Vervolgens wordt in het IDG framework de term Acting gesplitst in vier onderdelen: Moed, Creativiteit, Optimisme en Doorzettingsvermogen. Elk hiervan wordt in de onderstaande tabel verder gedefinieerd, aangevuld met concrete oefeningen en tools en mogelijke leeruitkomsten.
Neem bijvoorbeeld de oefening Positive Reframing, onder het kopje Optimisme. In deze oefening onderzoeken studenten de krachten die maatschappelijke transities stimuleren en tegenhouden. Door de beperkende krachten positief te herformuleren, leren ze optimisme te behouden en communiceren. Kies een transitie-thema, zoals de circulaire economie. Studenten identificeren de stimulerende en beperkende krachten vanuit hun eigen ervaringen en noteren deze op een whiteboard of flip-chart.
Daarna delen ze hun gedachten in paren of met de hele groep (bij minder dan tien studenten). Vervolgens leren ze het concept van reframing kennen en herformuleren ze de beperkende krachten positief, zoals hogere prijzen als kans voor bewuste keuzes. De positieve herformuleringen worden in dezelfde groepen gedeeld, waarbij studenten reflecteren op hoe dit hun gevoel beïnvloedt.
De oefening eindigt met een groepsreflectie waarin studenten hun ervaringen delen en bespreken of de oefening hen heeft geholpen om een positievere houding en hoopvoller perspectief te ontwikkelen.
Aspecten, definities en oefeningen IDG 5 “Acting” | |||
Aspect | Definitie | Oefeningen en tools | Leeruitkomsten |
Algemeen IDG-toolkit | |||
Moed | Het kunnen opkomen voor waarden, beslissingen durven nemen, doortastend op te treden en indien nodig, huidige structuren en standpunten beproeven en verstoren. | Nog niet ontwikkeld. | |
Creativiteit | Originele ideeën kunnen bedenken en uitwerken, innoveren en bereid zijn conventionele patronen te doorbreken. | Brainstorming with Eureka | De student kan creatieve denktechnieken toepassen om originele ideeën en innovaties te genereren en te ontwikkelen. |
Optimisme | Een gevoel van hoop, positieve houding en vertrouwen in mogelijke betekenisvolle verandering behouden en communiceren. | Positive Reframing | De student is in staat een gevoel van hoop, een positieve houding en vertrouwen in de mogelijkheid van betekenisvolle verandering vast te houden en over te brengen. |
Doorzettingsvermogen | Betrokken, vastberaden en geduldig zijn ook wanneer het lang duurt voordat inspanningen vruchten afwerpen. | Perseverance and Resilience | De student kan zijn veerkracht versterken door voor zichzelf een strategie te ontwikkelen om te herstellen van persoonlijke en professionele tegenslagen. |
Expert experience & guidance
Bovenstaande tabellen met de IDG’s en oefeningen uit de Transition Makers Toolbox bieden concrete handvatten om hier in het hbo economieonderwijs mee aan de slag te gaan. Daarnaast bieden we onderstaand wat praktijkvoorbeelden en ervaringen van collega’s uit het hbo economieonderwijs, om het nog wat tastbaarder te maken. Hieronder geven zij aan hoe zij dit in hun onderwijs geïntegreerd hebben.
Naar de wereld kijken
“We hebben vaak veel meer handelingsruimte dan we denken.” – Ine Mols
We hebben allemaal een beeld van de wereld. Hoe we naar de wereld kijken is vaak erg bepalend voor hoe we handelen. Hieronder vind je een oefening in wereldbeelden die goed werkt met studenten.
Naar de wereld brengen
“Maak je purpose niet te groot. Goed willen zorgen voor je familie kan ook een purpose zijn”
– Marcel Splinter
Purpose klinkt snel te groot. Maar dat hoeft het niet te zijn. Alles wat gaat over meer dan je directe eigenbelang kan je purpose zijn. Hieronder vind je een schrijfoefening om met purpose aan de slag te gaan.
Wat hierbij helpt
Vlieg het aan vanuit positiviteit
Niet moeten, voetafdruk verkleinen etc. Maar vanuit verlangen, liefde, wensen. Focus meer op de “handafdruk” van de student in plaats van de voetafdruk. Bij Saxion gebruiken ze hier het Eye-model voor.
Geef keuzevrijheid
Geef studenten keuzevrijheid in het selecteren van thema’s waar ze mee aan de slag willen. Bij de opleiding Business Innovation aan Inholland Doen ze dat als volgt: In het eerste jaar kunnen studenten 8 ‘personal learning units’ kiezen (van yoga tot digital marketing), en 8 personal learning experiences (expo organiseren, alumni netwerk, of iets externs). Daarnaast krijgen ze een brede lijst thema’s aangeboden, waar ze zelf wat mee kunnen doen. Een voorbeeld: met het thema ‘biodiversiteit’ van de lijst is één groepje aan de slag gegaan met ‘biodiversiteit in de grachten van Amsterdam’. Daarbij letten docenten op dat ze het wel binnen hun eigen span of control houden en niet concluderen ‘de overheid/het bedrijfsleven moet dit straks gaan oplossen’.
Doe het samen
Laat studenten elkaar helpen. Ouderejaars kunnen de nieuwerejaars helpen, de vormen voor mentoring en peer support zijn zeer divers. Bij Global Project & Change Management aan de hogeschool van Windesheim doen ze dat aan de hand van resilience labs en communities.
Oefening wereldbeelden – Ine Mols
Om een start te maken met jezelf verhouden tot de wereld, kan het helpen om je wereldbeeld letterlijk in beeld te brengen. Daarvoor dient de volgende collage opdracht. Aan de studenten wordt gevraagd twee collega’s te maken over hoe zij de toekomst zien: een doembeeld (waar zijn ze bang voor) en een droombeeld (waar hopen ze op). Het helpt om hierbij direct een set prikkelende afbeeldingen aan te bieden, die op verschillende manieren geïnterpreteerd kunnen worden.
Hierbij kan je als docent zelf een kaartenset ontwikkelen, of bestaande kaartensets kopen, zoals deze.
In zowel de opdracht als de materialen wordt op deze manier expliciet ambiguïteit ingezet. Hoe de student de opdracht interpreteert biedt daarmee ook al inzicht. Richt de student het doembeeld en het droombeeld op de toekomstige carrière, op een levenspad of juist op de maatschappij als geheel? Wanneer er verschillen in interpretatie zijn, kan het waardevol zijn de collage nog aan te vullen, zowel in de persoonlijke als in de maatschappelijke richting.
De collages krijgen uiteraard pas werkelijk waarde door deze te bespreken. Bijvoorbeeld in tweetallen of klassikaal, wanneer de groepsgrootte dit toelaat. Interessante vervolgvragen kunnen daarbij zijn:
- Kun je toelichten wat er op je droombeeld staat?
- Welke gebeurtenissen in het heden zorgen ervoor dat je doembeeld er zo uitziet?
- Zijn we als maatschappij op dit moment dichter bij je droombeeld of dichter bij je doembeeld? Is dat anders wanneer je kijkt op de schaal van Nederland, Europa of de hele wereld?
- Wat is er nodig om te zorgen dat we als maatschappij dichter bij je droombeeld komen?
- Maak je persoonlijk al bepaalde keuzes om te zorgen dat je dichter bij je droombeeld komt?
Schrijfoefening purpose – uit Yeager et al., 2014
Deze schrijfoefening stimuleert het zelfoverstijgend denken en bevordert een gevoel van purpose. Uit het onderzoek hierop blijkt dat dit weer een positief effect heeft op doorzettingsvermogen, het vermogen om diep te kunnen leren en studieresultaten.
“Hoe zou de wereld een betere plek kunnen zijn?”
Soms is de wereld niet eerlijk, en daarom denkt iedereen dat het op een bepaalde manier beter zou kunnen. Sommige mensen willen dat er minder honger is in de wereld, anderen willen minder vooroordelen, en anderen willen weer minder geweld of ziekte. Andere mensen willen heel veel andere veranderingen, kijk maar naar het klimaat of de geestelijke gezondheidszorg. Op welke manieren zou de wereld volgens jou een betere plek kunnen zijn? Denk erover na waarin jij zou willen bijdragen, en hoe, om een betere wereld te maken voor anderen?
Stap 1: Schrijf hier 10-15 minuten over. Dagdroom en laat je gedachten vrij gaan. Maak je niet druk over spelfouten. Wees ambitieus en let niet op hoe realistisch het beeld is.
Stap 2 (optioneel): Bespreek op basis van je geschreven reflectie met je medestudent een kans of probleem in de wereld waar jij aan zou willen bijdragen.
Uit onderzoek bleek dat studenten die van docenten een geschreven notitie ontvingen bij deze oefening het effect op purpose groter werd, in het bijzonder voor lager-presterende studenten (Reeves et al., 2023). De notitie bevatte de volgende statement: “Ik geef je deze opdracht omdat ik denk dat je de potentie hebt om een interessante baan te krijgen en het leven van mensen op een dag beter te maken, mits je je vaardigheden ontwikkelt tijdens opdrachten als deze.” De manier hoe docenten met studenten omgaan en communiceren kan dus een grote rol spelen bij purpose ontwikkeling.
Lees verder
Leerdoelen, tips & tricks, materialen, contacten
Verder verdiepen?
- Ontmoet collega’s die ook aan de slag willen
- Stel je vragen en ga in gesprek
- Leer samen met anderen nieuwe (manieren voor) economieonderwijs